Floatglas
Deze methode, uitgevonden door Pilkington, werd in 1952 voor het eerst toegepast. Tegenwoordig wordt 90% van al het glas op deze manier gemaakt. Men giet gesmolten glas op een bad van tin en omdat glas lichter is dan het tin, blijft het er op drijven. Op deze manier is het glas, zowel de bovenkant als onderkant, perfect vlak. Bovendien is het glas dat op deze manier wordt gemaakt bijzonder soepel.
De materialen die voor dit soort glas worden gebruikt zijn vooral natuurlijke materialen, zoals zand, kalk, dolomiet en soda. Er kunnen ook enkele andere grondstoffen aan het materiaal toegevoegd worden, waardoor het mogelijk is dat het glas een andere kleur krijgt. Hierdoor past het glas in elk interieur en kan toegepast worden in elke woning.
Het kan zijn dat het floatglas een groene uitstraling heeft. Dit wordt veroorzaakt door het loodgehalte in het glas. Bij extra helder floatglas wordt het lood uit het glas weggelaten.
De mogelijkheden zijn eindeloos met floatglas. Zo kunnen er bijvoorbeeld isolerende coatings op worden aangebracht, voor bescherming tegen de hitte of tegen de kou. Als u liever dubbelglas heeft dat ook nog eens isolerend werkt, dan is dit natuurlijk ook mogelijk met floatglas. Floatglas kan onder andere bewerkt worden tot isolerend dubbelglas, gelaagd glas, hardglas en gebogen glas.